Aantastbaarheid van de aanbestede overeenkomst

De aanbestedende dienst sluit een overeenkomst met de winnende inschrijver. Valt daar nog iets tegen te doen?

Wanneer de aanbestedende dienst de opdracht heeft gegund aan de winnende inschrijver, gaat de wettelijke termijn van 20 dagen lopen waarbinnen andere inschrijvers bezwaar tegen de gunning kunnen maken. Dat doen zij door het starten van een kort geding. Doet niemand dit of worden de bezwaren door de rechter afgewezen, dan kan de aanbestedende dienst een overeenkomst sluiten met de winnende inschrijver. Lange tijd was echter onduidelijk of de overeenkomst - na een kort geding - nog in hoger beroep kon worden aangetast.

De Hoge Raad heeft hierover onlangs duidelijkheid verschaft in een zaak die ging over een aanbesteding van de Universiteit Utrecht voor het leveren van printers en betaalsystemen die daaraan kunnen worden gekoppeld. Inschrijver Xefax startte een kort geding omdat zij het niet eens was met de aanbestedingsprocedure. Nadat de rechter de bezwaren van Xefax had afgewezen, sloot de Universiteit een overeenkomst met winnaar Xerox. Xefax ging in hoger beroep en eiste dat het gerechtshof de universiteit zou bevelen om de overeenkomst te beƫindigen en een nieuwe aanbesteding uit te schrijven.

Het gerechtshof wees de vorderingen van Xefax af en dat oordeel werd door de Hoge Raad in stand gelaten. Toch was de Hoge Raad niet helemaal tevreden. Het gerechtshof had namelijk overwogen dat het in beginsel wel mogelijk is dat een rechter in hoger beroep de aanbestedende dienst beveelt om de overeenkomst te beƫindigen, als dat noodzakelijk is om een inbreuk op het aanbestedingsrecht ongedaan te maken. De Hoge Raad is strikter en stelt dat de aanbestede overeenkomst in hoger beroep slechts op een drietal gronden kan worden aangetast:

  • Wanneer is voldaan aan specifiek in de Aanbestedingswet genoemde vernietigingsgronden (zoals het niet voldoen aan bepaalde termijnen);
  • Wanneer sprake is van een wilsgebrek (bijvoorbeeld dwaling of bedrog);
  • Wanneer sprake is van nietigheid van de overeenkomst (bijvoorbeeld door strijd met de wet of de openbare orde).

De conclusie is dus dat de aanbestede overeenkomst na een kort geding nog kan worden aangetast maar slechts op beperkte gronden. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat de aanbestedende dienst en de winnende inschrijver vooruit moeten kunnen met de opdracht en niet lang in onzekerheid moeten blijven te zitten over de vraag of de overeenkomst wel in stand blijft.