Een goed voornemen: stop met roken!

Voor 2018 hebben acht op de tien Nederlanders een of meerdere goede voornemens. Gezond eten, meer sporten en stoppen met roken zijn daarbij populair. Met name het laatstgenoemde goede voornemen is geregeld onderwerp van discussie in het arbeidsrecht. 

Zo kan een werkgever zijn werknemer 'stoppen met roken' opleggen voor zover het betreft roken op de werkvloer. Weigert een werknemer aan het rookbeleid van zijn werkgever gehoor te geven, dan kan dit leiden tot ontslag, zo blijkt uit een recente uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden. De kwestie betrof het volgende. 

De rokende bakker...
Begin 2016 had een industriële bakkerij voor haar werknemers een nieuw rookbeleid ontwikkeld, dat inhield dat in het pand van de bakkerij niet meer gerookt mag worden. In strijd met dit beleid besloot een van de bakkers in de spoelruimte van de bakkerij toch een sigaar op te steken. De bakker werd betrapt en gewaarschuwd. 

Enkele maanden later werd de betreffende bakker weer gewaarschuwd  om zijn rookgedrag. De bakker had de productielijn van de bakkerij stil gezet wegens een defect aan een machine. Terwijl zijn collega's binnen druk bezig waren met het opruimen van rotzooi en de bakker had beloofd de productie zo snel mogelijk weer op te starten, stond hij buiten rustig een sigaar te roken. De werkgever vond dit onaanvaardbaar, oncollegiaal en een voorbeeld van desinteresse.

...is de sigaar
Eind 2016 werd de bakker opnieuw betrapt op het roken van een sigaar, ditmaal in de zogenaamde bollenkast van de bakkerij (een kleine ruimte waarin vers deeg moet rijzen). De bakker werd op staande voet ontslagen. 

Naast het feit dat de bakker het rookverbod had geschonden, had hij ook met opzet voedingsproducten aan ernstig gevaar blootgesteld. De producten kunnen de sigarenlucht opnemen en sigarenas kan op de producten terechtkomen, aldus de werkgever in haar ontslagbrief. 

De bakker voerde verweer tegen zijn ontslag. De kwestie mondde uit in een gerechtelijke procedure waarin de vraag centraal stond of het ontslag op staande voet terecht was gegeven.

Dringende reden
Op grond van de wet kan een werknemer door zijn werkgever op staande voet worden ontslagen als daarvoor een dringende reden aanwezig is en het ontslag onverwijld wordt verleend. Voorbeelden van situaties waarin sprake kan zijn van een dringende reden zijn diefstal, verduistering, bedrog of dronkenschap. Op grond van de rechtspraak moet bij het inkleuren van deze dringende reden alle omstandigheden van het geval, waaronder persoonlijke omstandigheden van de werknemer, worden betrokken.

In de kwestie van de rokende bakker oordeelde het Hof dat een dringende reden aanwezig was. Het ontslag op staande voet was dus terecht gegeven. De bakker had zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst grovelijk verwaarloosd. De bakker was bekend met het rookbeleid en met de risico's voor de bakkerij bij overtreding daarvan (zoals het verlies van kwaliteitscertificaten  en klanten). Daarnaast was de bakker door zijn werkgever al meermaals gewaarschuwd, aldus het Hof.

Wilt u meer weten over het voeren van beleid binnen uw organisatie of uw (ontslag-)mogelijkheden bij schending van beleid? Onze arbeidsrechtspecialisten voorzien u graag van advies.