Werknemer kopieert illegaal software: werkgever draait op voor schade

Op een werkgever rust een risicoaansprakelijkheid voor door een werknemer gepleegde inbreuk op het auteursrecht van een softwareproducent.

Het geval deed zich voor dat een werkgever zeven licenties had gekocht van CAD-software. In de software was een beveiligingsmechanisme ingebouwd waardoor het mogelijk was te signaleren op welke computer een illegale kopie werd gebruikt. De softwareleverancier stelde vast dat door (een werknemer van) de werkgever een illegale kopie werd gebruikt. De softwareleverancier vorderde dat de illegale kopie werd verwijderd en vorderde schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk.

De werkgever verweerde zich door te stellen dat er geen functioneel verband bestond tussen het kopiëren van de illegale versie van de software en de aan de werknemer opgedragen werkzaamheden omdat hij de software niet nodig had voor die werkzaamheden. Bovendien was het onmogelijk om te voorkomen dat werknemers illegaal software installeren op een computer van het bedrijf, aldus de werkgever. De Rechtbank Rotterdam maakte korte metten met deze verweren: de werkgever is risico-aansprakelijk voor fouten van zijn ondergeschikten. Het gaat erom of de kans op de fout door de opdracht tot het verrichten van de opgedragen werkzaamheden is vergroot. Ook fouten buiten de taakvervulling door een werknemer kunnen tot aansprakelijkheid van de werkgever leiden, en zélfs wanneer de werkgever daarvan onwetend was. De werkgever heeft zeggenschap en dus de bevoegdheid om zijn werknemers te verbieden illegaal software te kopiëren. Voor het aannemen van de risicoaansprakelijkheid is het niet relevant of werknemers gevolg geven aan een dergelijk verbod.

Deze uitspraak kan vergaande consequenties hebben voor werkgevers. Indien het om dure software gaat zijn de licentie- en onderhoudskosten (de schade van de leverancier ingeval van een inbreuk) vaak hoog. In deze zaak betekende het een financiële strop voor de werkgever van € 30.000,-. Bovendien kan de werkgever de schade niet zomaar op de werknemer verhalen. Een werkgever zal daartoe pas in staat zijn indien hij kan aantonen dat de werknemer de software illegaal gekopieerd heeft met het oogmerk om de werkgever schade te berokkenen. De werknemer moet opzettelijk of bewust roekeloos handelen verweten kunnen worden. Dat bewijs zal in de praktijk meestal niet kunnen worden geleverd. Ook het vooraf in de arbeidsovereenkomst opnemen van persoonlijke aansprakelijkheid van de werknemer in dergelijke gevallen is een weinig kansrijke remedie, aangezien dat alleen kan voor zaken waar de werknemer voor verzekerd is. Geen mens verzekert zich tegen schade voortkomend uit auteursrechtinbreuk en dus lijkt ook die oplossing weinig reëel.

Wat werkgevers ter voorkoming van deze mogelijke ellende nog kunnen overwegen is om bij het aangaan van de arbeidsrelatie in de arbeidsovereenkomst op te nemen dat, indien de werknemer op een computer van de werkgever illegaal software download, de werkgever disciplinaire maatregelen kan nemen, waaronder zelfs de sanctie van een ontslag op staande voet kan zijn begrepen. Alhoewel de houdbaarheid van een dergelijke sanctie afhankelijk is van de specifieke feiten en omstandigheden, kan van een dergelijke in het vooruitzicht gestelde sanctie een afschrikkende werking uitgaan zodat werknemers het wel uit hun hoofd laten om illegale software op computers van de werkgever te installeren.